direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke structuur
Plan: Dronten - Mechanisch Erfgoed Centrum (2031)
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.2031-ONH1

2.3 Ruimtelijke structuur

2.3.1 Huidige situatie

Karakteristiek Flevoland

Het cultuurlandschap van Flevoland kenmerkt zich als een open, grootschalig agrarisch gebied waarbinnen bebouwings- en beplantingsmassa's zijn gesitueerd. De grootschalige openheid van Flevoland is uniek in Nederland. Daarnaast zijn er lijnvormige beplantingselementen langs wegen en waterlopen (zoals langs de Lage Vaart) waar bosstroken en bomenrijen zijn aangebracht. In het landschap zijn concentraties van windturbines te vinden die zijn opgesteld in rechte lijnen. Aan de randen van de polder liggen de randmeren.

De locatie

Het plangebied ligt in de bosstrook (het Lagevaartbos) ten westen van de kern Dronten. De locatie is te bereiken vanaf de Lage Vaart en de Dronterweg. De Dronterweg is de verbindingsweg tussen Lelystad en Dronten. Het plangebied ligt tussen de Lage Vaart (ten noorden van de locatie) en de Dronterweg (ten zuiden van de locatie).

Het terrein

Het terrein van de voormalige groenvoerdrogerij werd de laatste jaren vooral gekenmerkt door een onbeheerde situatie. De gebouwen van de groenvoerdrogerij stonden leeg en waren vervallen en de overige terreininrichting was verwilderd. Deze situatie leidde tot diverse risico's, de veiligheid was bijvoorbeeld een fors knelpunt. Uit veiligheidsoverwegingen is besloten tot sloop van de bebouwing.

2.3.2 Toekomstige situatie

Het terrein

Het terrein ligt middenin het agrarisch productielandschap van de provincie Flevoland. Machines zijn van groot belang geweest voor de ontwikkelingen van de provincie. Het MEC biedt met de uitkijkmogelijkheden een duidelijk zicht op het belang van machines voor de provincie.

Door middel van de herontwikkeling wordt het terrein sterk verbeterd. Het MEC-terrein zal gekenmerkt worden door een hoogwaardige terreininrichting. Komend vanaf de Dronterweg is bij de entree van het terrein aan de oostkant een bosgebiedje. Hierdoor ervaren de bezoekers direct bij aankomst al de groene uitstraling van de locatie en de omgeving. De sfeer op het terrein wordt bepaald door de industriële uitstraling van bebouwing en de groene buitenruimten. Het terrein wordt verrijkt met divers mechanisch erfgoed dat voornamelijk geconcentreerd zal zijn rond het expositieplein en op de stallingsplaatsen. Bij grotere activiteiten kan een groter aanbod van mechanisch erfgoed worden getoond door deze ook op andere delen van het terrein te plaatsen.

De bebouwing

De bebouwing ligt verspreid over het terrein. Bij een hoog bezoekersaantal worden de bezoekers zodoende ook verspreid. De bebouwing bestaat uit een toren met onderlagen, een remise voor stallingsruimte, gebouwen voor technische ondersteuning, parkeerruimten en een bedrijfswoning voor constant toezicht van het terrein.

In het middelpunt van het terrein wordt een expositieplein gerealiseerd. Dit vormt de schakel tussen de diverse aspecten van het MEC, zoals educatie, tentoonstelling, stalling en technische ondersteuning en overige ondersteunende functies.

De toren is de eyecatcher van het MEC. Omdat de toren uitzicht moet bieden om het polderlandschap te ervaren en het planningsconcept dat daarmee is verbonden, is een bepaalde hoogte voor de toren noodzakelijk. Vanaf de Dronterweg is het terrein niet zichtbaar vanwege de brede bomenrij tussen deze weg en het terrein. Door het plaatsen van de toren, is het MEC ook vanuit de verdere omgeving goed zichtbaar en herkenbaar. Aangezien de toren vanuit een verdere omgeving goed is te zien, krijgt het gebouw een hoge architectonische kwaliteit.

In de toren komen onder andere ruimten waarin collecties worden geëxposeerd. Het zijn stuk voor stuk rudimentair ingerichte ruimten met een verdiepingshoogte van circa 5 meter. De hoogte is geschikt en nodig is voor een tentoonstellingsruimte. In het lagere deel van het gebouw worden auto's geëxposeerd/gestald. Daarvoor worden deze ruimten op een passende wijze ingericht.

Voor het MEC is een aanvulling van de welstandsnota opgesteld, die fungeert als beeldkwaliteitsplan. Deze wordt doorvertaald in de welstandscriteria bij de vaststelling van het bestemmingsplan. In Bijlage 4 Welstandsnota 2004, 15e aanvulling is dit opgenomen.

De uitstraling

Het MEC krijgt een uitstraling die duidelijk refereert aan de functies op het terrein. De karakteristieken die samenhangen met mechanisch erfgoed en de polder worden nader uitgewerkt op het MEC-terrein. Begrippen als fors, wijds, grote ruimten, grote maten, strakke lijnen en groen krijgen een landschappelijke vertaling in de inrichting van het terrein. Bij het ontwerp voor de bebouwing en open ruimten, wordt ingespeeld op deze karakteristieken door bewuste associaties met termen als robuust, stoer, planmatig en strak op te roepen door de toepassing van materialen als (verweerd) hout, ijzer, roestvrijstaal, stelconplaten, halfverharding, beton, heuvels met zand/puin. Voor de groene uitstraling kan worden gewerkt met ruig gras, gewassen grind, sedum, grasplaten en gemaaide paden.