direct naar inhoud van Artikel 8 Algemene gebruiksregels
Plan: Wijzigingsplan 'De Kaai fase III (4013)'
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.4013-0ONH

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

8.1 Gebruik van onbebouwde gronden
  • 1. Het is verboden de in het plan begrepen gronden - voor zover zij onbebouwd blijven - anders te gebruiken dan in overeenstemming met de in het plan aan die gronden gegeven bestemming.

  • 2. Het is in ieder geval verboden de in lid 1 bedoelde gronden te gebruiken voor:
  • a. het plaatsen of geplaatst houden van kampeerwagens, toer- of stacaravans en tenten;
  • b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • c. het opslaan van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare stoffen;
  • e. prostitutiedoeleinden.

  • 3. Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing voor zover het betreft:
  • a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
  • b. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en andere open terreinen.

8.2 Gebruik van gebouwen en andere bouwwerken
  • 4. Het is verboden gebouwen en andere bouwwerken anders te gebruiken dan ten dienste van de in deze regels aan de bijbehorende grond gegeven bestemming.

  • 5. Het is in ieder geval verboden de gebouwen, als bedoeld onder lid 4, te gebruiken voor:
  • a. detailhandelsdoeleinden, behoudens detailhandel die blijkens deze regels uitdrukkelijk is toegelaten;
  • b. seksinrichtingen, overeenkomstig het prostitutiebeleid van de gemeente Dronten.

  • 6. Gebouwen, voor het bouwen waarvan ingevolge de bepalingen van dit plan ontheffing is verleend, mogen behoudens het in lid 4 toegestane gebruik slechts worden gebruikt overeenkomstig het doel waarvoor die ontheffing werd verleend.

8.3 Ontheffing
  • 7. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in dit artikel, indien strikte toepassing van de regels leidt tot een beperking van het meest doelmatig gebruik, welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.