direct naar inhoud van Artikel 6 Gasleiding
NL.IMRO.0303.BV01-VA01

Artikel 6 Gasleiding

Ter plaatse van het besluitvlak 'Gasleiding' gelden de volgende regels.

6.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
6.1.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ter plaatse van het besluitsubvlak 'gasleiding' een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van grondwerkactiviteiten, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • e. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen en opslaan van afvalstoffen;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • g. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
6.1.2 Uitzondering

Het verbod van lid 6.1.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
  • b. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
  • c. worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. het normale onderhoud betreffen;
  • e. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van deze beheersverordening.
6.1.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.1.1 sub b. wordt niet verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de leiding.