direct naar inhoud van Artikel 5 Water
Plan: Dronten - Mechanisch Erfgoed Centrum (2031)
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.2031-ONH1

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen en waterpartijen;
  • b. oevers en wallen;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats', tevens twee ligplaatsen voor vaartuigen, woonschepen daar niet onder begrepen;

en mede bestemd voor:

  • e. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie';

en daaraan ondergeschikt:

  • f. een pontverbinding zonder kabel;
  • g. (dag)recreatief medegebruik;
  • h. groenvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en geen overkappingen worden gebouwd.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de doorvaarhoogte van bruggen zal ten minste 0,50 m bedragen, gemeten ten opzichte vanaf het gemiddelde waterpeil;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen, gemeten ten opzichte van het waterpeil.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de waterhuishouding;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen;
  • b. het gebruik van de gronden voor een pontverbinding met kabel;
  • c. het gebruik van de gronden voor meer dan twee ligplaatsen, ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats'.
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen.
5.5.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
5.5.3 Toetsingscriteria

Werken als bedoeld in lid 5.5.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover:

  • a. landschappelijke en natuurwaarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad;
  • b. er goedkeuring van de waterbeheerder is.