direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Dronten - Mechanisch Erfgoed Centrum (2031)
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.2031-ONH1

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en de natuurwaarden van de natuurgebieden;
  • b. beken, plassen, poelen, vennen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen, al dan niet mede bestemd voor waterberging;
  • c. gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - wadi' voor een wadi;

en mede bestemd voor:

  • e. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie';

met daaraan ondergeschikt:

  • f. het extensief agrarisch medegebruik;
  • g. het extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • h. wegen;
  • i. paden;
  • j. waterlopen en waterpartijen;
  • k. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • l. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouwen en overkappingen mogen uitsluiten gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 100 m2 bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen en andere recreatieve bouwwerken zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de landschappelijke en natuurwaarden;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het aanleggen van drainage;
  • c. het scheuren en of het omzetten van grasland al dan niet ten behoeve van een permanent ander gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het af- en/of vergraven van gronden;
  • b. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;
  • c. het dempen en/of graven van sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
  • d. het aanleggen van paden;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
4.5.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 4.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.5.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurwaarden van de natuurgebieden.