direct naar inhoud van 4.7 Landschap
Plan: Dronten - Mechanisch Erfgoed Centrum (2031)
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.2031-ONH1

4.7 Landschap

De voormalige groenvoerdrogerij met een aantal woningen was een bestaande bebouwingslaag in de hoofdlijn van het landschappelijk raamwerk. Van verre was het herkenbaar door zijn 75 meter hoge schoorstenen. Nu deze groenvoerdrogerij zijn functie heeft verloren en reeds is gesloopt, is er voor gekozen om deze bestaande ruimte in te vullen met het MEC.

In Bijlage 3 Notitie Experimentenkader is uitgewerkt hoe het MEC een bijdrage levert aan de landschappelijke waarden van de locatie en de omgeving.

De belangrijkste landschappelijke kenmerken van de omgeving zijn de vaart, de bomenstroken, de lineaire wegstructuur en de rationele verkaveling. Op het terrein zijn de karakteristieke aspecten van de polder (grote ruimten en maten, lijnen, weidsheid, open ruimten, groen) verwerkt in de inrichting.

De hoofdopzet van het plan bestaat uit een eenvoudig maar duidelijk concept. Allereerst mag het de aantrekkelijkheid van het polderlandschap niet aantasten. De dragende groene hoofdlijn van het landschappelijk raamwerk bepaalt het ruimtelijk beeld met daarin verscholen een lineaire bebouwing die deze hoofdlijn versterkt. Om de plek in het open polderlandschap herkenbaar te maken en een verwijzing te maken naar de vroegere schoorstenen, wordt een accentbebouwing in de vorm van een sculpturale toren voorgesteld. Het werk van de landschapsarchitecten Bijhouwer, Kelder, De Jonge, en de stedenbouwkundige Van Eesteren - die verantwoordelijk zijn geweest voor de totstandkoming van het polder ontwerp van Oostelijk Flevoland - dient te worden gerespecteerd. Liefdevolle en sobere vormgeving van de inrichtingselementen roepen het gevoel van schoonheid op. De gevelwand van de lineaire bebouwing is strak en transparant passend bij het polderlandschap. Om dit zo sterk mogelijk naar voren te brengen, is de keuze van materialen en de kleuren met opzet zo rustig en sober mogelijk gehouden.


Tevens biedt de toren uitzicht over het weidse polderlandschap waarbij de landschappelijke lijnen, het raamwerk, waarneembaar wordt. Vanuit deze toren kan het landschap van Oostelijk Flevoland worden ervaren. De kenmerken zoals de indrukwekkende openheid, fraaie rationele verkavelingen en ferme bosstroken, zijn vanuit de toren in een oogopslag waar te nemen. Door middel van deze functie wordt meer bekendheid en informatie gegeven aan de cultuurhistorische en landschappelijke kenmerken van Flevoland.

afbeelding "i_NL.IMRO.0303.2031-ONH1_0005.jpg"

Afbeelding: Blik naar buiten en blik naar binnen

afbeelding "i_NL.IMRO.0303.2031-ONH1_0006.jpg"

Afbeelding: Uitwerking toren

Met de bebouwing op de bestaande bebouwingsplek blijft het landschappelijk raamwerk behouden en versterkt. De ordening van de gebouwen is gericht op de hoofdlijnen van de polderstructuur. Deze bebouwingslaag in het landschap is een reeds bestaande laag. De ontwikkeling wordt gezien als een kans om het polderlandschap te verrijken met een hoogwaardige architectuur waarbij de toren een echt "accent" gaat worden in de openheid van de polder. De bebouwing is uniek door een mooi en passend uitgevoerd ontwerp. Het gebouw zal de beschouwer van het polderlandschap gaan verrassen, aandacht vasthouden en een nieuw gezichtspunt bieden. De beleving van licht, lucht, ruimte en openheid kenmerkend voor de polder krijgt een nieuwe dimensie door een nieuw accent.

Voor de nadere beschrijving en de landschappelijke inpassing wordt verwezen naar Bijlage 3 Notitie Experimentenkader.