direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening Dormio resort Veluwemeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8031-0ONH

Regels

Op het plan zijn van toepassing de regels welke deel uitmaken van de bestemmingsplan ''Ellerveld'', met identificatienummer NL.IMRO.0303.00000000008030-0ONH, met dien verstande dat de regels op onderstaande onderdelen worden aangevuld en/of gewijzigd,waarbij aanvullingen worden weergeven door middel van onderstreping van de tekst en wijzigingen door middel van doorstreping van de tekst.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Partiële herziening Dormio resort Veluwemeer met identificatienummer NL.IMRO.0303.8031-0ONH van de gemeente Dronten.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 bestemmingsplan ''Ellerveld''

het bestemmingsplan ''Ellerveld'', met identificatienummer NL.IMRO.0303.00000000008030-0ONH, vastgesteld door de gemeente Dronten. Dit bestemmingsplan is te raadplegen via:

https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0303.00000000008030-0ONH/r_NL.IMRO.0303.00000000008030-0ONH_index.html

1.4 maximale bebouwde oppervlakte

de maximale oppervlakte van een bouwwerk, waarbij met de oppervlakte van een bouwwerk de definitie uit artikel 2.4 van de wijze van meten uit het moederplan 'Ellerveld' wordt bedoeld (zijnde: "tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk").

1.5 Verblijfsruimte

een ruimte in een gebouw waarin de mensen verblijven of waarin activiteiten plaatsvinden volgens de gebruiksfunctie.

Artikel 2 Wijze van meten

Voor de wijze van meten zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan "Ellerveld" van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie

Voor de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan "Ellerveld'' van toepassing, met dien verstande dat de regels op onderstaande onderdelen worden aangevuld en/of gewijzigd, waarbij aanvullingen worden weergeven door middel van onderstreping van de tekst en wijzigingen door middel van doorstreping van de tekst.

:

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van maximaal 350 vrijstaande recreatiewoningen en gemeenschappelijke voorzieningen, zoals receptie, administratie, ontvangst, beheer en onderhoud;
  • b. beheer, onderhoud en opslag met een maximale bebouwde oppervlakte van 500 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – voorzieningen' voorzieningen, te weten:
    • 1. receptie, administratie en ontvangstruimte 400 m² met een maximale bebouwde oppervlakte van 500 ;
    • 2. dagrecreatieve voorzieningen ten dienste van de verblijfsrecreatie, waaronder een (overdekt) zwembad met een maximale bebouwde oppervlakte van 1.000 m² 1.500 m²;
    • 3. detailhandel ten dienste van de verblijfsrecreatie, met een verkoopvloeroppervlak van maximaal 200 m² een maximale bedrijfsvloeroppervlak oppervlakte 900 m²;
    • 4. horeca ten dienste van de verblijfsrecreatie, categorie 1 tot en met 3, met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 1.000 m²;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens voor een ontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer met een breedte van maximaal 6 m;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - calamiteitenroute', tevens voor een ontsluiting voor calamiteitenverkeer met een breedte van maximaal 6 m;
  • f. inpandige opslag en stalling van machines voor onderhoud;
  • g. parkeervoorzieningen en secundaire wegen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • j. tuinen en erven;
  • k. met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – leiding' geen bebouwing is toegestaan.

5.2.2 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van de recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. er worden maximaal 350 vrijstaande recreatiewoningen gerealiseerd;
  • b. de maximale inhoud per recreatiewoning bedraagt 450 m3 600 m³ met dien verstande dat:
    • 1. voor maximaal 30 recreatiewoningen een maximale inhoud geldt van 1.250 m³;
    • 2. de totale gezamenlijke inhoud van de recreatiewoningen inclusief bijgebouwen bedraagt maximaal 157.000 m³;
  • c. de uitwendige scheidingsconstructie van een recreatiewoning heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20 dB;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage (%)' mag het aangegeven bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • e. bergingen en overkappingen zijn uitsluitend inpandig toegestaan .per recreatiewoning mag ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' gelden de volgende regels:
    • 1. de maximale goothoogte bedraagt 6 m;
    • 2. de maximale bouwhoogte bedraagt 10 m;
    • 3. de recreatiewoning dient voorzien te zijn van een asymmetrische kap met een dakhelling van ten minste 25° en ten hoogste 75°;
    • 4. de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen bedraagt minimaal 7 m;
    • 5. in afwijking van sub 1 en 2 zijn recreatiewoningen ook in gebouwen ten behoeve van voorzieningen toegestaan, waarbij de maximale goot- en bouwhoogte zoals opgenomen in artikel 5.2.4 geldt, met dien verstande dat de maximale hoogte waarop verblijfsruimtes zijn toegestaan 11.55 meter bedraagt.
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' gelden de volgende regels:
    • 1. de maximale goothoogte bedraagt 4,5 m, met dien verstande dat voor 10 woningen een goothoogte van 6 m is toegestaan;
    • 2. de maximale bouwhoogte bedraagt 8 m, met dien verstande dat voor 10 woningen een bouwhoogte van 10 m is toegestaan;
    • 3. het maximale aantal geschakelde woningen bedraagt 50;
    • 4. de recreatiewoning dient voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van ten minste 30° 20° en ten hoogste 65° 75°;
    • 5. de onderlinge afstand tussen vrijstaande recreatiewoningen bedraagt minimaal 10 2 m.
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3A' gelden de volgende regels:
    • 1. de maximale goothoogte bedraagt 4,5 m, waarbij voor 10 woningen een goothoogte van 6 m is toegestaan;
    • 2. de maximale bouwhoogte bedraagt 8 m, waarbij voor 10 woningen een bouwhoogte van 10 m is toegestaan;
    • 3. het maximale aantal geschakelde woningen bedraagt 12;
    • 4. de recreatiewoning dient voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van ten minste 30° 20° en ten hoogste 65° 75°;
    • 5. de onderlinge afstand tussen vrijstaande recreatiewoningen bedraagt minimaal 10 6 m met dien verstande dat:
      • voor 10 woningen een onderlinge afstand van minimaal 2 m is toegestaan.
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3B' gelden de volgende regels:
    • 1. de maximale goothoogte bedraagt 4,5 m, waarbij voor 10 woningen een goothoogte van 6 m is toegestaan;
    • 2. de maximale bouwhoogte bedraagt 8 m, waarbij voor 10 woningen een bouwhoogte van 10 m is toegestaan;
    • 3. het maximale aantal geschakelde woningen bedraagt 12;
    • 4. de recreatiewoning dient voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van ten minste 30° 20° en ten hoogste 65° 75°;
    • 5. de onderlinge afstand tussen vrijstaande recreatiewoningen bedraagt minimaal 10 6 m met dien verstande dat:
      • voor 10 woningen een onderlinge afstand van minimaal 2 m is toegestaan.
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' gelden aanvullend de volgende regels:
    • 1. de maximale goothoogte bedraagt 9,5 m 6 m;
    • 2. de maximale bouwhoogte bedraagt 10,5 m 10 m;
    • 3. het maximale aantal geschakelde woningen bedraagt 48;
    • 4. het maximale aantal bouwlagen bedraagt 2;
    • 5. de recreatiewoning dient voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van ten minste 30° 20° en ten hoogste 65° 75°;
    • 6. de onderlinge afstand tussen vrijstaande recreatiewoningen bedraagt minimaal 10 6 m met dien verstande dat:
      • voor 10 woningen een onderlinge afstand van minimaal 2 m is toegestaan.

5.2.3 Bijgebouwen bij een recreatiewoning:

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een bijgebouw mag niet meer dan 30 m² bedragen met dien verstande dat voor 70 van de recreatiewoningen een maximaal oppervlakte van 50 m2 geldt;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3,25 bedragen.

5.2.4 Voorzieningengebouwen

Voor het bouwen van de gebouwen ten behoeve van voorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 6 m 9 m;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 12 15 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage (%)' mag het aangegeven bebouwingspercentage niet worden overschreden.

5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal:
    • 1. van lichtmasten 6 m;
    • 2. van erfafscheidingen 2m;
    • 3. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3m.
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de vorm van erfafscheidingen zijn niet toegestaan.

5.4 Ontheffing van de bouwregels

5.4.1 Afstand tussen recreatiewoningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.2. onder h5, i5 en j6 5.2.2.f.4, 5.2.2.g.4, 5.2.2.h.4 en 5.2.2.i.4 en een kortere onderlinge afstand toestaan:

  • indien mits hierdoor een grotere plankwaliteit wordt verkregen.

5.4.2 Bouwen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding'

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2.1.c en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden opgericht, mits:

  • a. de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad;
  • b. vooraf advies is verkregen van de leidingbeheerder.

5.4.3 Plat dak

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2.2.f en toestaan dat recreatiewoningen worden voorzien van een plat dak, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de stedenbouwkundig kwaliteit.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bijbehorende bouwwerken bij recreatiewoningen voor bedrijfsmatige activiteiten.

5.7 Ontheffing van de gebruiksregels

5.7.1 Voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.1. onder c en ook buiten dit gebied voorzieningen toestaan indien:

  • a. dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering;
  • b. dit geen afbreuk doet aan de plankwaliteit.

Artikel 4 Leiding - Gas

Voor de bestemming "Leiding - Gas" zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan "Ellerveld'' van toepassing. Dit artikel wordt onderstaand tevens weergegeven.

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding gas' voor een gasleiding met een diameter van 12 inch en een druk van 66,2 bar;
  • b. het beheer, onderhoud en bescherming van de leiding.

8.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de leiding met een maximale hoogte van 3 m.

8.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.2 voor het toestaan van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:

  • a. de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad;
  • b. vooraf advies is verkregen van de leidingbeheerder.

8.4 Aanlegvergunning

8.4.1 Verboden uitvoering van andere werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 8.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • f. het permanent opslaan van goederen;
  • g. het plaatsen van onroerende objecten, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • h. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
  • i. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies.

8.4.2 Weigeringsgrond

De andere werken als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. vooraf schriftelijk een positief advies van de leidingbeheerder is verkregen.

8.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 8.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

Artikel 5 Waarde - Archeologie

Voor de bestemming "Waarde - Archeologie" zijn de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan "Ellerveld'' van toepassing. Dit artikel wordt onderstaand tevens weergegeven.

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

9.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd.

9.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9.2 van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken mits mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast.

9.4 Aanlegvergunning

9.4.1 Verboden uitvoering van andere werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren of te doen c.q. laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;
  • f. het scheuren van grasland;
  • g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.

9.4.2 Weigeringsgrond

De andere werken als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

9.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 9.4.1 is niet van toepassing op andere werken indien:

  • a. andere werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. deze op archeologisch onderzoek zijn gericht.

9.4.4 Nadere eisen

Aan een aanlegvergunning kunnen ieder geval de volgende nadere eisen worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door aan (een deel van) de gronden de bestemming 'Waarde - Archeologie' te ontnemen, indien:

  • a. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De Algemene regels van het bestemmingsplan "Ellerveld" zijn van toepassing met dien verstande dat de regels op onderstaande onderdelen worden aangevuld en/of gewijzigd, waarbij aanvullingen worden weergeven door middel van onderstreping van de tekst en wijzigingen door middel van doorstreping van de tekst.

:

Artikel 6 Aanpassing regels Artikel 13 Algemene ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het plan voor:

  • a. het overschrijden van de regels inzake de bouw van uitbouwen in de vorm van erkers bij recreatiewoningen, met ten hoogste 1,50 m en over maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het overschrijden van de regels inzake goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen, met niet meer dan 10%;
  • c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m, mits:
  • d. bij de plaatsing wordt aangesloten bij bestaande hoge elementen, zoals gebouwen, torens, torensilo's of masten;
    • 1. bij de plaatsing rekening wordt gehouden met een goede bereikbaarheid en landschappelijke inpasbaarheid;
    • 2. de noodzaak van de plaatsing wordt aangetoond, waarbij het principe geldt dat er voorkeur bestaat voor de plaatsing van één grote antenne boven meerdere kleine antennes;
    • 3. aangetoond is dat er geen onevenredige schade wordt gedaan aan de veiligheid en de gezondheid;
    • 4. de ecologische verbindingszone niet wordt belemmerd;
    • 5. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in bijlage 1 onder 1.1.
  • e. afwijkingen van het bestemmingsplan, teneinde de uitvoering van een bouwplan mogelijk te maken, indien op grond van een definitieve uitmeting of in verband met de verkaveling of situering blijkt, dat aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk zou zijn en de afwijking van zo'n ondergeschikte aard blijft, dat de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
7.1.2 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 7.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid 7.1.1 met maximaal 10%;

7.1.3 Uitzondering

Lid 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1 Strijdig gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2 Voorwaarden
  • a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • b. Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.3 Uitzondering

Lid 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening Dormio resort Veluwemeer'.