direct naar inhoud van Artikel 10: Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Dronten - Randmeerzone (8060)
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8060-GC01

Artikel 10: Recreatie - Dagrecreatie

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. strand;
  • b. sport- en dagrecreatieve voorzieningen met de daarbijbehorende gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'sport';
  • c. voorzieningen ten behoeve van de reddingsbrigade met de daarbijbehorende gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - reddingsbrigade';
  • d. educatieve en dagrecreatieve voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - educatieve voorzieningen';
  • e. gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen;
  • f. standplaatsen voor campers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen';
  • g. standplaats ten behoeve van een snack-kiosk, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • h. waterkering;
  • i. waterhuishoudkundige doeleinden;

waarbij de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

en mede bestemd voor:

  • j. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  • k. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  • l. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met de daarbijbehorende:

  • m. groenvoorzieningen;
  • n. aanleggelegenheid;
  • o. erven en terreinen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2. Bouwregels
10.2.1. Gebouwen ten behoeve van sport- en dagrecreatieve voorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 10.1 sub b genoemde functies gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'sport';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag ten hoogste 75 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 4,00 m bedragen.
10.2.2. Gebouwen ten behoeve van de reddingsbrigade

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 10.1 sub c genoemde functies gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - reddingsbrigade';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag ten hoogste 290 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 7,00 m bedragen.
10.2.3. Gebouwen ten behoeve van educatieve voorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van educatieve voorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen ten behoeve van educatieve voorzieningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - educatieve voorzieningen';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 510 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
10.2.4. Gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 10.1 sub d genoemde functies gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag ten hoogste 500 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
10.2.5. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
10.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. een goede waterhuishouding c.q. de waterkerende functie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaatsen', in welk geval 10 campers een standplaats mogen hebben;
  • b. het gebruik van gebouwen voor permanente bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel', in welk geval één standplaats voor een snack-kiosk is toegestaan.
10.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het verwijderen van beplanting;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het graven, het dempen en het wijzigen van de loop van watergangen en waterpartijen;
  • d. het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • e. het opspuiten of aanleggen van eilanden en voorlanden.
10.5.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
10.5.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, alsmede de waterkerende functie.