direct naar inhoud van Artikel 9: Natuur
Plan: Dronten - Randmeerzone (8060)
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8060-GC01

Artikel 9: Natuur

9.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden;
  • b. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • c. sloten, poelen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen;

en mede bestemd voor:

  • d. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een industrieterrein, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • e. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  • f. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  • g. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met daaraan ondergeschikt:

  • h. jachthavens, ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  • i. standplaatsen voor kampeermiddelen met uitzondering van plaatsgebonden kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  • j. gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen, voorzover ten dienste van een kampeerterrein of een jachthaven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouw';
  • k. extensief agrarisch medegebruik;
  • l. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • m. educatief medegebruik;
  • n. infrastructurele voorzieningen;
  • o. openbare nutsvoorzieningen;
  • p. parkeervoorzieningen;
  • q. aanleggelegenheid, ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';

met de daarbijbehorende:

  • r. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject'.
9.2. Bouwregels
9.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouw mogen uitsluitend de in lid 9.1 sub j genoemde gebouwen worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag ten hoogste 75 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
9.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject', een kunstobject met een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter worden gebouwd.
9.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het aanleggen van drainage;
  • c. het scheuren en of het omzetten van grasland al dan niet ten behoeve van een permanent ander gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, met uitzondering van de gronden die ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'recreatie';
  • e. het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' of 'ligplaats';
  • f. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen buiten de periode van 1 april tot en met 31 oktober;
  • g. het gebruik van de gronden voor meer ligplaatsen per bestemmingsvlak dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal ligplaatsen' is aangegeven.
9.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.5.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het af- en/of vergraven van gronden;
  • b. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;
  • c. het dempen en/of graven van sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
  • d. het aanleggen van paden;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
9.5.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 9.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
9.5.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend met inachtneming van het gestelde in Bijlage 1 , met name het gestelde in Bijlage 1 onder 1.5.1. en 1.5.4.