direct naar inhoud van Artikel 27: Water - Meren
Plan: Dronten - Randmeerzone (8060)
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8060-GC01

Artikel 27: Water - Meren

27.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Meren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water, waarbij de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden leidend is;

en mede bestemd voor:

  • b. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een industrieterrein, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • c. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  • d. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  • e. de drinkwaterwinning, de drinkwaterproductie en de drinkwaterdistributie, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied';
  • f. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';
  • g. de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen weg, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg';

met daaraan ondergeschikt:

  • h. vaarwegen;
  • i. dagrecreatie;
  • j. beroepsscheepvaart;
  • k. beroepsvisserij;
  • l. zandwinning;
  • m. baggerspeciedepots ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot';
  • n. jachthaven, ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • o. aanleggelegenheid;

met de daarbijbehorende:

  • p. gebouwen;
  • q. verhardingen;
  • r. openbare nutsvoorzieningen;
  • s. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder windturbines ter plaatse van de aanduiding 'windturbine', met dien verstande dat een windturbine is toegestaan zolang de windturbine net langer dan drie maanden buiten bedrijf is geweest of geen stroom heeft geleverd.
27.2. Bouwregels
27.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

27.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet op dijken worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot' de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 20,00 m bedragen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine', de ashoogte van windturbines ten hoogste 50,00 m bedragen;
  • d. de rotordiameter van een windturbine mag ten hoogste 43,00 m bedragen;
  • e. een windturbine mag uitsluitend van het type Nortank 600 kW zijn;
  • f. het aantal windturbines mag per aanduidingsvlak ten hoogste één bedragen.
27.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
27.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen;
  • b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het in gebruik nemen van een bestaande windturbine of een nieuwe windturbine indien de stroomlevering van de bestaande windturbine meer dan drie maanden is onderbroken;
  • d. het gebruik van de gronden binnen de bestemming 'Recreatie - Jachthaven 2' en binnen de bestemming 'Water - Meren' ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' gezamenlijk voor meer dan 1000 ligplaatsen.
27.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het winnen van zand en baggerspecie;
  • b. het verwijderen of inplanten van oevergewassen;
  • c. het verdiepen, verbreden, aanbrengen en/of het verleggen van vaargeulen;
  • d. het opspuiten of aanleggen van eilanden en voorlanden.
27.5.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 27.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen dan wel plaatsvinden ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot';
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
27.5.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.

27.6. Wijzigingsbevoegdheid
27.6.1. Wijziging

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'windturbine' wordt verwijderd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' een rustgebied voor watervogels wordt ingericht, inclusief bijbehorende inrichtingsmaatregelen, zodanig dat dagrecreatie gedurende de periode van 1 september tot 1 april niet is toegestaan.
27.6.2. Toetsingscriteria

Van de in lid 27.6.1 sub b genoemde wijzigingsbevoegdheid kan slechts gebruik worden gemaakt, indien:

  • a. toegangsbeperking via artikel 20 Natuurbeschermingswet 1990 niet of niet tijdig realiseerbaar is;
  • b. is voorzien in een adequate wijze van handhaving.