direct naar inhoud van Artikel 30: Wonen - Landgoed
Plan: Dronten - Randmeerzone (8060)
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8060-GC01

Artikel 30: Wonen - Landgoed

30.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. bijgebouwen;
  • c. natuur(ontwikkeling);
  • d. bos;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. water;
  • g. extensief dagrecreatief medegebruik;

en mede bestemd voor:

  • h. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  • i. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met de daarbijbehorende:

  • j. openbare nutsvoorzieningen;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. tuinen, erven en terreinen;
  • m. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
30.2. Bouwregels
30.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd.
30.2.2. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. er zal ten hoogste één vrijstaand hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de inhoud van het hoofdgebouw zal ten hoogste 3.500 m³ bedragen;
  • d. de bouwhoogte van het hoofdgebouw zal ten hoogste 15,00 m bedragen.
30.2.3. Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bijgebouwen dienen inpandig te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a en onder 30.2.1 mag één vrijstaand bijgebouw ten behoeve van het onderhoud en beheer van het landgoed buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte per gebouw ten hoogste 250 m² bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 10,00 m bedraagt.
30.2.4. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,50 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
30.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de waterkerende functie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
30.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van het hoofdgebouw voor meer dan 4 woningen;
  • b. het gebruik van woonhuizen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een beroep of bedrijf aan huis;
  • c. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, indien:
    • 1. de hieruit voortvloeiende activiteiten vergunningsplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving;
    • 2. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 3. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van het woonhuis;
    • 4. de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 120 m² bedraagt;
    • 5. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 6. horeca en detailhandel plaatsvinden.
  • d. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
30.5. Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan, met inachtneming van het gestelde in Bijlage 1, worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 30.4 sub a voor het uitoefenen van een beroep of een bedrijf aan huis als genoemd in Bijlage 3 bij deze regels, of die naar aard en invloed op de omgeving hiermee vergelijkbaar zijn, mits:
    • 1. de hieruit voortvloeiende activiteiten niet vergunningsplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving;
    • 2. de oppervlakte ten hoogste 40% bedraagt van het vloeroppervlak van het woonhuis met een maximum van 120 m²;
    • 3. de activiteit uitgeoefend wordt door in ieder geval één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 4. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    • 5. geen horeca en detailhandel plaatsvinden;
    • 6. de inhoud van de Beleidsnotitie 'Beleid Beroepen en Bedrijf aan huis', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente tijdens de vergadering van 28 juni 2001 en nadien op 18 augustus 2003 geëvalueerd, aanvullend en beleidsbepalend is;

het bepaalde in lid 30.4 sub f in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning, mits met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in Bijlage 1 onder 1.7.2.