direct naar inhoud van Artikel 4: Wonen
Plan: Biddinghuizen - Buitenplaats en Waterparc Veluwemeer (8062)
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8062-0ONH

Artikel 4: Wonen

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aangebouwde bergingen;

waarbij de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. waterpartijen;
  • e. wegen;
  • f. voet- en fietspaden;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal vrijstaand worden gebouwd;
  • c. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • d. het aantal woningen zal ten hoogste 50 bedragen;
  • e. de onderlinge afstand tussen vrijstaande hoofdgebouwen zal ten minste 10,00 m bedragen;
  • f. de oppervlakte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 120 m² bedragen;
  • g. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen.

4.2.2. Aangebouwde bergingen

Voor het bouwen van aangebouwde bergingen gelden de volgende regels:

  • a. de aangebouwde bergingen zullen achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aangebouwde bergingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 20 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de dakhelling van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen zal ten hoogste 60° bedragen.

4.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
4.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een beroep aan huis;
  • b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor de uitoefening van een beroep aan huis, indien:
    • 1. de hieruit voortvloeiende activiteiten vergunningsplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving;
    • 2. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 3. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van het woonhuis;
    • 4. de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 60 m² bedraagt;
    • 5. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 6. horeca en detailhandel plaatsvinden.
  • c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.4 onder a voor het uitoefenen van een bedrijf aan huis als genoemd in BIJLAGE bij deze regels, of die naar aard en invloed op de omgeving hiermee vergelijkbaar zijn, mits:
    • 1. de hieruit voortvloeiende activiteiten niet vergunningsplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving;
    • 2. de oppervlakte ten hoogste 40% bedraagt van het vloeroppervlak van het woonhuis met een maximum van 60 m²;
    • 3. de activiteit uitgeoefend wordt door in ieder geval één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 4. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    • 5. geen horeca en detailhandel plaatsvinden;
    • 6. de inhoud van de Beleidsnotitie 'Beleid Beroepen en Bedrijf aan huis', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente tijdens de vergadering van 28 juni 2001 en nadien op 18 augustus 2003 geëvalueerd, aanvullend en beleidsbepalend is.