direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Partiële herziening bestemmingsplan Randmeerzone (8067)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.8067-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inhoud en doel partiële herziening

1.1 Inleiding

De onderhavige partiële herziening heeft betrekking op het bestemmingsplan Randmeerzone (8060), zoals dat is vastgesteld op 24 november 2011. Dit bestemmingsplan is een digitaal bestemmingsplan in de zin van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het mogelijk om een partiële herziening vast te stellen.

1.2 Aanleiding

De gemeente Dronten beschikt over een 60 kilometer lange kustlijn met grote (water)recreatieve mogelijkheden. Voor het gemeentelijk grondgebied dat grenst aan het Veluwemeer, het Drontermeer, het Vossemeer, het Ketelmeer en het IJsselmeer, heeft de gemeente het bestemmingsplan 'Randmeerzone' (8060) opgesteld. Dit plan is op 24 november 2011 vastgesteld. Uitgangspunt is een conserverend bestemmingsplan dat de huidige activiteiten respecteert en dat geen nieuwe grote ontwikkelingen mogelijk maakt. Het randmeergebied is een gevarieerd gebied bestaande uit voornamelijk agrarische gronden, natuurgebieden, bossen, (verblijfs) recreatiegebieden, stranden en water. De randmeerzone is het belangrijkste concentratiegebied van dag- en verblijfsrecreatie en watersport in de gemeente Dronten.

Tegen dit bestemmingsplan is beroep ingesteld voor wat betreft de regeling van de in het plangebied gelegen bungalowparken 'de Boschberg' en 'de Bremerberg'. Het betreft hier twee particuliere vakantieparken met recreatie-bungalows, waarvan een aantal worden verhuurd. Zowel op bungalowpark 'de Boschberg' als op 'de Bremerberg' is sprake van permanente bewoning van een aantal recreatiebungalows.

Het bestemmingsplan Randmeerzone (8060) voorzag in eerste instantie in een persoonsgebonden overgangsrecht-regeling om op termijn het percentage permanente bewoning op beide parken terug te brengen naar 0. Artikel 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) biedt echter niet de mogelijkheid persoonsgebonden overgangsrecht voor een of meer natuurlijke personen op te nemen in gevallen waarin het gebruik in het vorige plan dienovereenkomstig was bestemd. Het beroep is dan ook gegrond verklaard door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (uitspraak 201201261/1/R2, 15 mei 2013).

Vanwege deze onthouding van goedkeuring is voor de recreatiewoningen die permanent worden bewoond op bungalowparken 'de Boschberg' en 'de Bremerberg' een reparatieplan opgesteld. Dit heeft als consequentie dat het in het bestemmingsplan "Randmeerzone (8060)" bepaalde maximum aantal recreatiewoningen niet meer correspondeert. Dit bestemmingsplan voorziet in een reparatie van het bestemmingsplan "Randmeerzone (8060)" in die zin dat nu alleen maximum aantal niet-permanent bewoonde recreatiewoningen wordt geregeld.

Naast de onthouding van goedkeuring van de bestemmingen voor de beide bungalowparken, leidt de uitspraak van de afdeling er toe dat er een nieuwe definitie van permanente bewoning voor het gehele plangebied van het bestemmingsplan Randmeerzone dient te worden opgenomen. De voorliggende planherziening voorziet hierin.

De regeling geldt voor het gehele plangebied (zie figuur 1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0303.8067-VA01_0001.png"

Figuur 1: De ligging van het plangebied

1.3 Regeling

1.3.1 Begrip permanente bewoning

In het op 24 november 2011 vastgestelde bestemmingsplan Randmeerzone (8060) is in artikel 1 lid 65 permanente bewoning gedefinieerd als 'bewoning binnen de vaste woonplaats'.

Deze definitie wordt door de gemeente moeilijk hanteerbaar geacht, omdat niet duidelijk naar voren komt wanneer er sprake is van 'vaste woonplaats'. Om deze reden is de definitie van 'permanente bewoning' als volgt aangepast:

Bewoning in eenzelfde verblijf door eenzelfde persoon of dezelfde personen gedurende meer dan de helft van een jaar, in combinatie met de omstandigheid dat de plaats van het verblijf fungeert als centrum van de sociale, maatschappelijke en financiële activiteiten van de betrokkene(n).

In dit begrip wordt min of meer objectief bepaald wanneer er sprake is van permanente bewoning. De koppeling wordt gelegd met zowel de tijdsduur als de plaatsgebondenheid en is daarmee goed handhaafbaar.

1.3.2 Reparatie als gevolg uitspraak Raad van State

Door de onthouding van goedkeuring van de regeling voor de recreatiewoningen die permanent worden bewoond op bungalowparken 'de Boschberg' en 'de Bremerberg' vallen de permanent bewoonde recreatiewoningen buiten werking van het moederplan "Randmeerzone (8060)". Hiervoor is een nieuw plan 'De Boschberg en De Bremerberg (8086)' opgesteld.

In het moederplan was voor beide parken een maximum aantal recreatiewoningen opgenomen. Dit wordt in de onderhavige herziening aangepast in die zin dat het maximum aantal bungalows is verminderd met de bungalows die onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan 'De Boschberg en De Bremerberg (8086)'.

Verder is het begrip 'peildatum' (artikel 1 lid 64) vernietigd in de uitspraak. Voor de duidelijkheid is dit begrip nu geschrapt uit het moederplan.

1.3.3 Overige aanpassingen

Erfbebouwingsregeling

Daarnaast is in het voorliggende bestemmingsplan de erfbebebouwingsregeling bij recreatiewoningen afgestemd op de regeling van (bedrijfs)woningen in die zin dat overkappingen bij de oppervlakte van de erfbebouwing worden meegerekend.

Overgangsrecht recreatieparken de Boschberg en de Bremerberg

Voor het bestemmingsplan De Boschberg en de Bremerberg (8068) dat gelijkertijd met dit bestemmingsplan is procedure is, is het overgangsrecht opgenomen in artikel 9. Dit overgangsrecht gaat in op het moment dat dat plan onherroepelijk is. Voor de recreatiewoningen die niet zijn geregeld in het bestemmingsplan De Boschberg en de Bremerberg (8068), geldt de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan Randmeerzone (8060), zijnde 27 juni 2013. Omdat er dus twee bestemmingsplannen ontstaan voor één park, ontstaat er een onduidelijk handhaafbare situatie voor wat betreft het beoordelen van gevallen die wel of niet in strijd zijn met het bestemmingsplan. Dit gaat dan met name om het bepalen wanneer het gebruik voor permanente bewoning onder het overgangsrecht valt dan wel in strijd is met het bestemmingsplan (illegaal).

Om die reden is in het onderhavige bestemmingsplan nieuw overgangsrecht opgenomen voor de recreatiewoningen op de terreinen de Boschberg en de Bremerberg. Voor zowel bewoners / eigenaars van de parken als de gemeente wordt dan een duidelijk moment gecreëerd waarop situaties worden beoordeeld op al dan niet strijdigheid met het bestemmingsplan.

Verwijzingsfout

Ten slotte is in artikel 19.2.3 van het bestemmingsplan "Randmeerzone (8060)" een verwijzingsfout gecorrigeerd.

De herziening gaat vergezeld van een verbeelding die betrekking heeft op het gehele plangebied. Voor dit gebied vervangt de onderhavige herziening de hiervoor genoemde aanpassingen.

Hoofdstuk 2 Exploitatieplan

Het voorliggende plan voorziet in de aanpassing van een definitie naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak en enkele andere aanpassingen die een relatie hebben met deze uitspraak. Er worden geen ontwikkelingen anders dan die al zijn geboden op basis van het vastgestelde bestemmingsplan Randmeerzone (8060). Het opstellen van een exploitatieplan in de zin van de Wro is dus niet aan de orde.

Hoofdstuk 3 Procedure

Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro opgenomen bestemmingsplanprocedure. Op basis van de gemeentelijke inspraakverordening is de mogelijkheid gegeven in te spreken op het voorontwerpbestemmingsplan. Over het voorontwerp van dit bestemmingsplan heeft verder het overleg met de betrokken overlegpartners plaatsgevonden. De inspraak- en overlegreacties zijn van gemeentelijk commentaar voorzien in de “Inspraak- en Vooroverleg Rapportage Voorontwerp bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Randmeerzone (8067) en voorontwerp bestemmingsplan De Boschberg en de Bremerberg (8068)” en hebben niet geleid tot inhoudelijke aanpassingen van het plan. De nota is opgenomen als bijlage 1.

Vervolgens wordt het ontwerpbestemmingsplan, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4), gedurende zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt de mogelijkheid geboden voor het indienen van zienswijzen. Het verslag met betrekking tot de zienswijzen wordt opgenomen in deze toelichting.

Eventueel ingekomen zienswijzen worden al dan niet verwerkt in het bestemmingsplan. Binnen 12 weken na ter inzage legging besluit de gemeenteraad over de vaststelling van het bestemmingsplan. De indieners van de zienswijzen worden hiervan op de hoogte gesteld. Uiteindelijk is tegen het bestemmingsplan beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.