direct naar inhoud van 4.13 Kabels en leidingen
Plan: Dronten - Mechanisch Erfgoed Centrum (2031)
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.2031-ONH1

4.13 Kabels en leidingen

In het plangebied bevinden zich geen bovengrondse en/of ondergrondse leidingen die ruimtelijk relevant zijn. Op circa 180 meter ten zuiden van het plangebied ligt een 150 kV hoogspanningslijn.

Naar het onderwerp "kabels en leidingen" is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan. Op basis daarvan zijn internationaal geldende normen vastgesteld voor de sterkte van het magnetisch veld (100 microTesla) van hoogspanningsleidingen die ook in Nederland worden gehanteerd. Deze waarde wordt in Nederland op maaiveldniveau nergens overschreden.

Op basis van de informatie en op grond van het voorzorgbeginsel, heeft het ministerie van VROM op 3 oktober 2005 met de brief "Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen" de gemeenten, provincies en netbeheerders geadviseerd om nieuwe situaties waarbij kinderen worden blootgesteld aan een magneetveld hoger dan 0,4 microTesla (jaargemiddelde) zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, te vermijden. Geadviseerd wordt om bij de vaststelling van bestemmingsplannen en van tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat nieuwe situaties ontstaan, waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is van 0,4 microTesla (de magneetveldzone). In bijlage 1 van de brief is het advies nader uitgewerkt en worden de gehanteerde begrippen verklaard. Het advies is gebaseerd op het voorzorgsbeginsel en is van toepassing op zogenoemde gevoelige bestemmingen.

Op de website van het RIVM is een overzicht opgenomen met de zogenaamde indicatieve zones van alle bovengrondse hoogspanningslijnen en een Handreiking voor het berekenen van specifieke zones. De breedte van de indicatieve zone is meestal een overschatting, omdat die is berekend op basis van conservatieve aannames. De werkelijke omvang van de zones van 0,4 microTesla is in de meeste situaties kleiner. Voor de 150 kV-lijn ten zuiden van de Dronterweg, geldt een indicatieve zone van 80 meter aan beide zijden van de hoogspanningslijn. Het plangebied ligt niet binnen de indicatieve zone van de 150 kV-lijn.

Conclusie

Het aspect kabels en leidingen leidt niet tot een belemmering van de voorgenomen ontwikkeling.